|
Voor audiotoepassingen strekt het globale
frequentiegebied zich uit van 20 tot 20000 Hz. Dit frequentiegebied wordt voor de
akoestische toepassingen opgedeeld in frequentiebanden met een bandbreedte die evenredig
is met de middenfrequentie. De frequentiebanden worden benoemd volgens hun
middenfrequentie. De basisfrequentie is 1000 Hz. |
|
Log2(f2/f1)
is gedefinieerd als het octaafgetal. Bv. wanneer f2 het dubbele
is van f1, spreken we van een octaaf. Het octaafgetal is dan
gelijk aan 1. De middenfrequenties voorafgaand aan en volgend op 1000 Hz worden
dus gevonden door te delen door respectievelijk te vermenigvuldigen met 2. We
spreken dan van de 1/1 octaafband middenfrequenties.
Op dezelfde manier vinden we de 1/3-octaaf of terts-middenfrequenties door te delen door
en te vermenigvuldigen met .
Men kan de octaafbanden ook fijner opdelen. Men spreekt dan van 1/n
octaafbandbreedte. |
|
De norm ISO 266-1975 legt
de opdeling in banden van het volledige voor audio-toepassingen relevante frequentiegebied
vast. |
|
Toepassingen: |

|
In onderstaand voorbeeld hoor je een opeenvolging van de volgende
octaafmiddenfrequenties:
125, 250 Hz, 500 Hz, 1000 Hz en 2000 Hz: |
|
|

|
Het volgende voorbeeld laat de volgende tertsmiddenfrequenties horen:
125 Hz, 160 Hz, 200 Hz, 250 Hz, 315, 400 en 500 Hz: |
|
|
|
Gevoelsmatig leren we uit deze beide voorbeelden dat het gebruik van
octaven en tertsen zinvol is. |

|
Voor een tabel met de middenfrequenties, klik je hier. |
|
|

|
|