De meetruimte is zodanig geconstrueerd dat geluidoverdracht alleen kan plaatsvinden door dat element. De wanden van de kamers bestaan namelijk uit gewapend beton en zijn verend t.o.v. de omgeving opgesteld om zoveel mogelijk invloed van de buitenwereld te vermijden. Bovendien zijn de toegangen tot de kamers uitgevoerd in een dubbel deursysteem, omloopgeluid via de gang uit te sluiten. Op die manier kunnen we de kwaliteit van de wand bepalen en is vergelijking tussen verschillende wandsystemen mogelijk.
De kamers hebben een wat onregelmatige vorm en een harde afwerking en wel met de bedoeling een zo diffuus mogelijk galmveld te bekomen.
De
norm ISO 140 - Deel 1 formuleert voorschriften voor de afmetingen en de opbouw van de
meetkamers. Zo moet het volume van één meetkamer minstens 50 m3
bedragen. Een verschil in volume van 10% tussen de twee kamers wordt aangeraden.
De nagalmtijd mag niet te groot zijn, d.w.z. voor de lage frequenties de 2 seconden
niet overschrijden. De testopening moet ongeveer 10 m2 groot zijn voor
muren en tussen 10 en 20 m2 voor vloeren.
Voor meer informatie over de eisen aan de structuur van een labo, kun je hieronder op een
aantal hotspots (roze gekleurd) klikken.
Laboratorium KULeuven
De zijwanden, vloer en plafond zijn uitgevoerd in 25 cm beton, de scheidingswand naast de meetopening bestaat uit een dubbele betonnen wand, 38 cm dik elk.
Hieronder vind je nog enkele links naar plannen en doorsnede van het labo. Daarop zie je ook de galmkamer en de dode kamer.
gelijkvloers: |
1ste verdieping: |
verticale doorsnede: |