De hoofdregel bij lawaaibeheersing is dat we in eerste instantie,
indien mogelijk, de bron akoestisch aanpakken. Op die manier bekomen we een gelijkwaardige
wijziging van de dosis van het ontvangen geluid voor alle potentiële ontvangers.
Lawaaibeheersing aan de bron houdt in :
wijzigen van de structuur of de configuratie van de bron
wijzigen van de werkingsmode van de bron
aanbrengen van bijkomende elementen, zoals dempers en omkastingen, op voorwaarde dat die
zich in de onmiddellijke omgeving van de bron bevinden (in het nabije geluidveld)
Bij elk type werktuigmachine of installatie wordt onveranderlijk een deel van de
energie-input omgezet in geluidenergie.
De verhouding gaat in het algemeen ongeveer van 0.01 % tot 2 %, uiteraard afhankelijk
van het type : een dieselmotor produceert een stuk meer lawaai dan een elektrische motor
met hetzelfde mechanische vermogen.
Alhoewel de geproduceerde geluidenergie verwaarloosbaar is ten opzichte van de
afgeleverde mechanische energie, is die geluidenergie meestal zo sterk verbonden met de
totale energie-output, dat ze quasi onmogelijk kan geëlimineerd worden zonder de machine
te stoppen.