Ieder systeem van geluidoverdracht kunnen we op de meest eenvoudige wijze opdelen in drie elementen :

  1. de bron
  2. het transmissiepad
  3. de ontvanger

We moeten nu de drie elementen duidelijk omschrijven, meer specifiek voor wat een industriële omgeving betreft.

 

Bron :

Het punt van oorsprong van een ongewenst geluid (lawaai) wordt gedefiniëerd als de bron.

In een grote industriële vestiging (bv. een aardolieraffinaderij) kunnen honderden bronnen aanwezig zijn. Om een lawaaiprobleem op te lossen moeten we elke bron afzonderlijk akoestisch aanpakken : de totale geluidproductie van de gehele vestiging moet dan resulteren in een geluidveld in het punt van de ontvanger dat voldoet aan de gestelde eisen.
Een geluidproducerende eenheid kan eventueel opgedeeld worden in verscheidene (deel-)bronnen. Als voorbeeld vernoemen we een boiler-installatie, waarbij zowel de brander als de uitlaatpijp geluidgolven kunnen uitzenden en als afzonderlijke bronnen moeten beschouwd worden. Een onafhankelijk onderzoek van elke bron leidt dan tot de meest effectieve akoestische aanpak van die bron.

 

Transmissiepad :

Het transmissiepad wordt gedefiniëerd als de verzameling transmissiemedia die de geluidgolven of trillingen doorgeven van de bron naar de ontvanger.

In een vaste stof of vloeistof spreken we meestal over trillingen :
trillingen die zich voortplanten in de structuur van een gebouw
trillingen die zich voortplanten in de bodem
...
In lucht spreken we over geluid (voor zover dit verschijnsel waargenomen kan worden door het menselijk oor) :
directe geluidgolven
gereflecteerde geluidgolven
diffuus geluidveld

 

Ontvanger :

De ontvanger wordt gedefiniëerd als de bezetter van de plaats waar het lawaai wordt waargenomen.

In vele gevallen is dat één persoon : de operator van een machine of de bewoner van de woning het dichtst bij de bron gelegen.
Soms kan het om groep mensen of zelfs een hele gemeenschap gaan.
Zelfs een niet-menselijke ontvanger is mogelijk : een precisieinstrument kan strengere eisen stellen qua geluid en trillingen dan zijn bediener.

 

© WERK, Vrije Universiteit Brussel