Anechoïsche halfruimte

Home ] Hoger ]

 

Een anechoïsche halfruimte is een ruimte die (doorgaans onderaan) begrensd wordt door een hard oppervlak, dat de geluidgolven reflecteert. Langs de andere zijden is er in principe geen materiële begrenzing, ofwel worden de geluidgolven volledig geabsorbeerd, en dus niet gereflecteerd.

Realisatie :

Korte uitleg
binnen in een anechoïsche kamer (ook wel akoestisch dode kamer genoemd) met harde vloer
buiten op bv. een hard betonoppervlak
Visuele illustratie

images/anechoïsche_halfruimte.gif

Types geluid :
alle, behalve impulsachtig geluid (kortstondige, geïsoleerde pieken)
Meer info Een internationale norm ter zake bestaat (norm : ISO 3745-1977).
Visuele illustratie
images/geluidvermogen_deelvlakken.gif
De geluidbron wordt op het hard oppervlak geplaatst.
De meetpunten, n in aantal, bevinden zich op voldoende afstand van de bron om te waarborgen dat de meting in het vrije, verre geluidveld verricht wordt.
Verder zijn de n meetpunten zodanig over de halfruimte verdeeld opgesteld (op een half boloppervlak S) dat ieder betrokken is met een gelijk deeloppervlak Si , dus nSi = 2pr2 .
De internationale norm geeft de coördinaten van de meetpunten op.
Indien de bron, bv. een machine, niet isotroop afstraalt, meten de diverse microfoons verschillende geluiddrukken. Daarom houden we rekening met een ruimtelijk gemiddelde effectieve geluiddruk pm in de formule voor het geluidvermogen W = I 2pr2 , waarin :

I=\frac{1}{{\rho}c}\,p_m^2

We mogen bovenstaande formule gebruiken, want er is een vrij geluidveld boven het hard oppervlak. We gaan nu over op gereduceerde grootheden :

\frac{W}{W_0}=\frac{p_0^2}{W_0\,{\rho}c}\,\frac{p_m^2}{p_0^2}\,2{\pi}r^2=\frac{p_m^2}{p_0^2}\,2{\pi}r^2

want voor normale atmosferische omstandigheden (luchtdruk = 105 Pa , temperatuur = 20 °C) geldt dat :

\frac{p_0^2}{W_0\,{\rho}c}\approx{1}

Het geluidvermogenniveau (en daaruit eventueel het geluidvermogen) kan dus bepaald worden met de volgende formule :

L_W=10\,\log\frac{W}{W_0}=10\,\log\frac{p_m^2}{p_0^2}+10\,\log{r^2}+10\,\log{2{\pi}}

L_W=L_{p_m}+20\,\log{r}+8\,\mathrm{dB}\qquad\mathrm{(exact}\,7.98\mathrm{)}

waarin Lpm op de volgende wijze wordt bepaald :

  1. de n microfoons meten de geluiddrukniveaus Lpi (voor de i-de microfoon, i = 1, 2, ..., n)
  2.  

    \frac{p_i^2}{p_0^2}=10^{\frac{L_{p_i}}{10}}

  3.  

    p_m^2=\frac{1}{S}\,\sum_{i=1}^n\,p_i^2\,S_i\qquad\mathrm{(}=\frac{\sum_{i=1}^n\,p_i^2}{n}\qquad\mathrm{als}\qquad{S_i=}\mathrm{constant)}

  4.  

    L_{p_m}=10\,\log\frac{p_m^2}{p_0^2}

De metingen worden meestal verricht in de genormaliseerde frequentiebanden (1/1 octaafbanden of 1/3 octaafbanden).

 

© WERK, Vrije Universiteit Brussel
 

Home Volgende

logo_vub.gif (4569 bytes) auteur : Guy Bladt not reviewed gewijzigd op 21/03/00