|
De integratietijd T beïnvloedt de effectieve geluiddruk peff
. Dat leidt tot een aantal bevindingen.
 | We luisteren naar een geluid, dat de indruk maakt in de tijd constant te zijn. Om de
geluidsterkte ervan uit te drukken met behulp van één enkel getal kunnen we p2(t)
dus middelen over een relatief kleine of grote tijd - dit verandert weinig aan het
resultaat van de meting. In dit geval speelt de integratietijd dus geen grote rol. |
|
|
 |
 | Als een vliegtuig overvliegt, horen we het geluid aanzwellen en vervolgens uitsterven
gedurende een welbepaald tijdsinterval. |
 |
Indien we voor dit geval peff zodanig wensen te
definiëren dat de ogenblikkelijke numerieke waarde ervan een redelijke indruk geeft van
de waargenomen geluidsterkte, dan zal p2(t) moeten gemiddeld
worden over een betrekkelijk korte tijd, die verwaarloosbaar klein is t.o.v. de
overvliegtijd. Dus speelt hier de integratietijd wel een grote rol. |
|
|
|
 | Fysiologische experimenten hebben toegelaten vast te stellen dat voor het menselijk oor
de geluidsterkte-indruk soms in 0.1 s merkbaar veranderd is. Dus is dat een maximum waarde
van de integratietijd voor veranderlijk geluid. |
 | Technische toepassing : de meetinstrumentatie is hierop gebaseerd.
 | De integratietijd is vrij klein genomen, bv. 250 ms, zodat de indicator van het
meetinstrument in staat is om toch vrij snelle schommelingen van de geluiddruk weer te
geven. |
 | Een geluid waarvan het menselijk oor de sterkte hoort variëren in de tijd, levert dan
ook een uitslag van het meetinstrument op die ongeveer op dezelfde wijze variëert in de
tijd. |
|
 | De aldus gemeten peff ligt grossomodo tussen volgende grenzen : |

de hoorbaarheidsgrens (goed oor) ligt in de omgeving van
de ondergrens, de pijngrens (binnenoor beschadiging) ligt in de omgeving
van de bovengrens. Een belangrijke vermelding hierbij is dat de grenzen
frequentieafhankelijk zijn : voor zeer lage en zeer hoge frequenties bv. is de mens veel
minder gevoelig of zelfs ongevoelig.
|
|
 |
 | De verhouding tussen de bovenstaande grenzen is 107 , wat dus
enorm groot is. Alle gebruikelijke geluiden liggen tussen de 2 grenzen in. Om deze reden,
en ook omdat men vroeger meende dat de mens hoort volgens de wet van Weber-Fechner, d.w.z.
logaritmisch, heeft men de decibel of dB-schaal
ingevoerd (respons evenredig met de logaritme van de stimulus). De benaming decibel is
afgeleid van Alexander Graham Bell. |
|
|
 |
Als je klikt op het icoon links, krijg je een illustratie van het voordeel van de
logaritmische schaal.
|
|
|
|
|
© WERK, Vrije Universiteit Brussel |
|