|
In de praktijk wordt de geluidisolatie van enkelvoudige wanden berekend
aan de hand van de prognosemethode. Bij deze methode wordt voor de bepaling van de
geluidisolatie uitgegaan van drie frequentiegebieden, nl. beneden de grensfrequentie,
boven de grensfrequentie en een gebied rond de grensfrequentie.
|
|
1. Beneden de grensfrequentie
|
|
Bij deze frequenties beantwoordt de geluidisolatie aan de massawet.
De gedwongen golftransmissie overheerst: %5C%20-%5C%205%5C%20)
|
|
2. Bij de
grensfrequentie
|
|
Bij de grensfrequentie wordt de transmissie door vrije buiggolven
bepalend. De geluidisolatie neemt een spectaculaire duik naar onder ten opzichte van
de massawet. We schematiseren de geluidisolatie in dit gebied als een plateau dat we benaderend met de volgende vergelijking bepalen: .
Het plateau loopt van tot fgr.
Praktisch stelt men echter vast dat het voorgestelde plateau te ongunstig is voor
dikkere wanden. Gezien de beperktere afmetingen en de grotere buiggolflengte komt
het coïncidentie-effect niet tot volledige ontplooiing. Daarom wordt voorgesteld
een plateauwaarde R'plateau te hanteren die hoger ligt.
Voor wanden waarvoor ,
bepalen we het plateau als: . |

|
Bepaal binnen welk frequentiegebied de plateauwaarde R'plateau
geldig is. |
|
3. Boven de
grensfrequentie
|
|
Zoals werd afgeleid bij wanden met buigstijfheid, blijkt de geluidisolatie
boven de grensfrequentie toe te nemen met 9 dB/octaaf. Op basis van experimentele
gegevens geeft men er de voorkeur aan om de geluidisolatietoename te beperken tot 7,5
dB/octaaf. Dit houdt ondermeer verband met het feit dat dikkere constructies niet
volledig beantwoorden aan de dunne-plaat-theorie. De geluidisolatie wordt dan
gegeven door: .
|
|
|
|
De benadering van de geluidisolatie van een enkelvoudige wand ziet er
grafisch dan uit als in de onderstaande figuur.
|
|
 |

|
In de volgende tabel
vind je richtwaarden van materiaalkarakteristieken waarmee de geluidisolatie van
enkelvoudige wanden kan worden geschat. |
|
|

|
|