|
In het geval van eindige platen kunnen de formules voor de afstraalfactor
zoals ze bepaald zijn in de theorie aangaande afstraling niet zonder meer overgenomen
worden. Zo is beneden de grensfrequentie (f < fgr)
de perfecte hydroduynamische kortsluiting niet mogelijk. Er treden nu immers
ongecompenseerde rand- of hoekzones op, afhankelijk van de trillingsmode. De
afstraalfactor van deze bewegingsvormen is zo altijd groter dan 0. |
|
De onderstaande figuur toont een subsonische mode. Dit wil zeggen
een mode waarvan de golflengte korter is dan de golflengte van het geluid in de lucht.
Deze bewegingsvorm speelt zich dus af in het gebied beneden de grensfrequentie.
Wij zien compenserende quadrupolen en dipolen, maar de hoekzones blijven
ongecompenseerd over. Men spreekt dan van een 'corner-mode' of derhalve hoekmode.
Zo zijn er ook randmodes, waarbij een hele rand ongecompenseerd overblijft. |
|
 |
|
Bij een puntvormige excitatie is er tevens een ongecompenseerde zone die
eveneens de afstraalfactor zal opdrijven. De demping heeft geen effect op de
modevormen, wel op de amplitudo. De afstraalfactor van een modevorm wordt er dus
niet door beïnvloed.
|
|
Voor twee-dimensionele platen die zwak gedempt zijn en
puntsgewijs geëxciteerd worden, geeft men volgende benaderingsformules: |
|
 |
voor f << fgr; voor f = fgr;
voor f >> fgr |
met U : de omtreklengte van de plaat
lgr : de golflengte bij de grensfrequentie
S : de oppervlakte van de plaat |
|
|
|