Akoestisch harde ruimte

Home ] Hoger ]

 

Een akoestisch harde ruimte is een ruimte volledig begrensd door harde oppervlakken, die de geluidgolven reflecteren.

Realisatie :

binnen in een galmkamer <verklaring + foto>

Types geluid :

stabiel breedbandgeluid
zuivere tonen of smalbandgeluid (deze mogen al dan niet gesuperponeerd zijn op breedbandgeluid)
Meer info Internationale normen ter zake bestaan (normen : ISO 3741-1975 en ISO 3742-1975).
De internationale normen beschrijven twee laboratorium-methodes om het geluidvermogen te bepalen in een galmkamer, waarvan de akoestische eigenschappen eveneens worden beschreven. Meerdere microfoons worden over de ruimte verdeeld opgesteld (een alternatief bestaat erin één microfoon volgens een voorgeschreven pad te laten bewegen), niet te dicht bij de wanden, en niet te dicht bij de bron om te waarborgen dat de meting in het diffuus geluidveld verricht wordt. Het ruimtelijk gemiddelde effectieve geluiddrukniveau Lpm moet in beide methodes bepaald worden in de genormaliseerde frequentiebanden (1/1 octaafbanden of 1/3 octaafbanden).
Directe methode :

hierbij wordt het geluidvermogen berekend op basis van de gemeten geluiddrukniveaus, geproduceerd door de geluidbron in de galmkamer, en van het volume en de nagalmtijd van de galmkamer.

 

Vergelijkingsmethode :

hierbij wordt het geluidvermogen berekend door de gemeten geluiddrukniveaus, geproduceerd door de geluidbron in de galmkamer, te vergelijken met de geluiddrukniveaus, geproduceerd in dezelfde galmkamer door een referentie geluidbron met gekend geluidvermogen. Deze methode heeft het voordeel dat de nagalmtijd niet hoeft bepaald te worden.

De referentie geluidbron geeft bijvoorbeeld het volgende geluidvermogen af (hier uitgedrukt in octaafband geluidvermogenniveaus) :

middenfrequentie [Hz] 63 125 250 500 1000 2000 4000
LWr [dB re 10-12 W] 76 77 78 79 79 80 78

dus een vrijwel constant geluidvermogenniveau over het frequentiespectrum.

We hanteren de volgende werkwijze :

  1. In elke frequentieband wordt Lpm bepaald voor de te onderzoeken geluidbron.
  2. We vervangen de te onderzoeken geluidbron door de referentie geluidbron.
  3. In elke frequentieband wordt Lpmr bepaald op identieke wijze, dus met de microfoons op identieke posities.
  4. In elke frequentieband geldt dan :

    voor de te onderzoeken geluidbron : LW = Lpm + constante

    voor de referentie geluidbron : LWr = Lpmr + constante

  5. Door het verschil te maken, elimineren we de constante (die dezelfde waarde heeft in beide metingen). We bekomen dan in elke frequentieband : LW = LWr + (Lpm - Lpmr)

 

© WERK, Vrije Universiteit Brussel
 

Vorige Home Volgende

logo_vub.gif (4569 bytes) auteur : Guy Bladt not reviewed gewijzigd op 21/03/00