|
 |
Internationale normen ter zake bestaan (normen : ISO 9614-1:1993 en ISO 9614-2:1996). |
|
|
Meting van de geluidintensiteit :
Vaak hoeven we slechts één component van I te meten, volgens een
bepaalde richting en zin :
v(t)})
De grootte I van de component van I volgens een bepaalde
richting en zin is dus de gemiddelde waarde over een bepaalde tijd van het product van p(t)
en de component van v(t) volgens diezelfde richting en zin. |
|
 |
 © Bruël & Kjær |
De methodes om de geluidintensiteit te meten zijn meestal gebaseerd op de twee-microfoon
geluidintensiteitsprobe. De geluiddruk en de deeltjessnelheid worden hierbij
afgeleid van twee microfoons, die de geluiddruk meten en die een kleine afstand Dr van elkaar verwijderd zijn. Op de figuur hiernaast zie je
dat de twee microfoons met hun diafragma naar elkaar zijn gericht, wat de meest
gebruikelijke configuratie is. De twee-microfoon geluidintensiteitsprobe, evenals de
bijhorende processoren, instrumentatie en calibratietoestellen zijn internationaal
gestandardiseerd (norm : IEC
61043 (1993-11)). De processoren kunnen analoog of digitaal zijn. |
|
|
|
We beschrijven hieronder twee methodes gebaseerd op de twee-microfoon
geluidintensiteitsprobe. Ze zijn geldig op voorwaarde dat de afstand Dr
<< golflengte l. Met de twee microfoons 1 en 2 worden
resp. geluiddrukken p1(t) en p2(t)
gemeten. De richting en zin van de component van I, die we meten, is
bepaald door de rechte waarop de twee microfoons gesitueerd zijn en wel in de positieve
zin van microfoon 1 naar microfoon 2 ; de grootte I is bepaald in het middelpunt
tussen de twee microfoons.
 | Directe methode : We kunnen bewijzen dat in het middelpunt tussen de
twee microfoons de volgende benaderingen gelden :
voor de geluiddruk p(t) :

voor de deeltjessnelheid v(t) :
%5C,dt})
Hieruit volgt voor de grootte I van de gemeten component van I
:
%5C,%5Cint(p_1-p_2)%5C,dt}})
|
 | Kruisspectrum (FFT) methode : We kunnen bewijzen dat de grootte I
van de gemeten component van I in functie van de frequentie gegeven wordt
door :
![I(f)=-\frac{1}{2{\pi}f{\rho}{\Delta}r}\,\mathrm{Im}\left[G_{12}(f)\right] I(f)=-\frac{1}{2{\pi}f{\rho}{\Delta}r}\,\mathrm{Im}\left[G_{12}(f)\right]](http://educinno.intec.ugent.be/latex/I(f)=-%5Cfrac{1}{2{%5Cpi}f{%5Crho}{%5CDelta}r}%5C,%5Cmathrm{Im}%5Cleft[G_{12}(f)%5Cright])
Hierin is G12(f) het kruisspectrum van de twee
geluiddrukken p1(t) en p2(t) .
|
De methodes om de geluidintensiteit te meten, gebaseerd op de twee-microfoon
geluidintensiteitsprobe, hebben een aantal kenmerken :
 | voordelen :
 | Vaak moeten we metingen van geluidintensiteit en geluidvermogen uitvoeren in een
omgeving met storend achtergrondgeluid. Een werktuigmachine in een fabriek of een ander
groot object kan niet steeds in bv. een anechoïsche kamer worden geplaatst. De
geluidintensiteitsprobe laat toe de geluidsituatie rondom de geluidbron beter in kaart te
brengen, dan mogelijk is met geluiddrukmetingen. Door te meten in het nabije geluidveld
(dichtbij de geluidbron) is de hinder door het achtergrondgeluid beperkter. |
 | Het opsporen van lokale geluidbronnen binnen een complexe geluidbron wordt mogelijk :
zones met een grote geluidintensiteit wijzen op de nabijheid van bronnen. Een interessante
toepassing is het opvolgen van productieproblemen : enkel de probleemzones meten verlaagt
de meetkosten. |
|
 | nadelen :
 | complexe en dure meetinstrumentatie |
 | gevoelig voor faseverschuivingen van de microfoonsignalen |
 | microfooninterferentie mogelijk |
|
Bepaling van het geluidvermogen :
Het geluidvermogen wordt dan bepaald, vertrekkende van de definitie :

waarin I de grootte van de component van I is, loodrecht op
het elementair oppervlak dS .
Gelijkaardig aan de metingen van het geluidvermogen op basis van geluiddrukmetingen,
verdelen we het meetoppervlak S in n gelijke deeloppervlakken Si
, waarmee de n meetpunten zijn betrokken. In elk meetpunt bepalen we Ii
met één van de methodes hierboven beschreven. Als benadering voor het geluidvermogen
vinden we dan :

Dat noemen we de puntmethode. Een alternatief bestaat erin één
microfoon volgens een voorgeschreven pad te laten bewegen (terug te vinden in de hierboven
vermelde internationale normen), wat we de scanning methode noemen. |
|
|
|
|
© WERK, Vrije Universiteit Brussel |
|