|
 © Bruël & Kjær |
Het geluidvermogen (of bronvermogen),
afgeleverd door een geluidbron, is : ![W=\int_{S}\,\mathbf{I}\,.\,\mathbf{dS}\qquad\mbox{(uitgedrukt in [W])} W=\int_{S}\,\mathbf{I}\,.\,\mathbf{dS}\qquad\mbox{(uitgedrukt in [W])}](http://educinno.intec.ugent.be/latex/W=%5Cint_{S}%5C,%5Cmathbf{I}%5C,.%5C,%5Cmathbf{dS}%5Cqquad%5Cmbox{(uitgedrukt%20in[W])})
waar I de vectoriële geluidintensiteit is,
uitgedrukt in [W/m2], over het elementair oppervlak dS .
Indien I de grootte van de component van I is, loodrecht op het
elementair oppervlak, geldt :

Indien I in alle richtingen constant is (niet-directieve
geluidbron) geldt : W = I S . |
|
|
 |
Het geluidvermogenniveau wordt als volgt gedefiniëerd
(norm : ISO 131-1979) : |
|
|
 |
Een geluidbron wordt gekenmerkt door zijn geluidvermogen W . Een
waarnemingspunt op afstand r van de geluidbron gelegen, wordt gekenmerkt door de
geluiddruk p of geluidintensiteit I die er heersen. Je moet goed
opletten voor misverstanden, aangezien alle in dB worden uitgedrukt. |
|
|
|
|
© WERK, Vrije Universiteit Brussel |
|