Voor de bepaling van het klopgeluidniveau gaan we uit van de afstraalfactor van de betreffende plaat.
We veronderstellen een enkelvoudige plaat met een harde afwerking.
1. Bepaling van het krachtspectrum van de
klopmachine
In onderstaande figuur zie je links het verloop van het krachtsignaal in
functie van de tijd: elke 0,1 seconde treft een hamertje de vloer. Dit geeft
aanleiding tot een krachtimpuls per 0,1 seconde. Het krachtspectrum stemt overeen
met de Fourier-analyse van het krachtsignaal (figuurtje rechts).
De Fourier-reeks is dan gelijk aan:
met
Wegens de korte tijdsduur van de impact kan men aannemen dat de integraal
die de termen bn bepalen, praktisch nul zullen zijn: bn
» 0. Voor de an-termen
kunnen we stellen dat deze gelijk worden aan:
.
Dit geldt voor elke frequentiecomponent Fn (= an).
De integraal zelf is niets ander dan de krachtimpuls. Dit is gelijk
aan de hoeveelheid van beweging op het moment van de hamerimpact:
met H de valhoogte van een hamertje = 4 cm; m de massa = 0,5 kg; g de valversnelling = 9,81 m/s2.
Bepaal het vermogen van het krachtsignaal per octaaf- en tertsbandbreedte.
2. Bepaling van het toegevoerde vermogen Win
Het toegevoerde vermogen is gelijk aan:
(2)
waarbij <Y>s de oppervlaktegemiddelde waarde van
de admittantie is.
Gelijkstellen van het toegevoerde vermogen (formule 2) en het door interne
demping gedissipeerde
vermogen, levert de beweginssnelheid van de plaat op:
(in octaaf)
(3)
Het klopgeluidniveau vinden we vervolgens door het door de plaat afgestraalde geluidvermogen
gelijk te stellen aan het in de ontvangkamer geabsorbeerde vermogen. Met een
referentieabsorptie van 10 m2, kunnen we het geabsorbeerde vermogen schrijven
als:
en dus:
(in octaaf)
Bepaal nu zelf de bewegingssnelheid en het klopgeluidniveau in tertsband.