Een meetmicrofoon wordt geleverd met een kalibratiekaart waarop de
frequentiegevoeligheid is weergegeven. Er bestaan verschillende kalibratietechnieken voor
microfoons of voor totale meetsystemen.Voor het meten van geluidsdrukniveaus bekomt men de
beste resultaten wanneer men een pistonfoon gebruikt voor de kalibratie van het
meetsysteem. Een pistonfoon ook nog zuiger kalibrator genoemd bestaat uit een motor die
een paar zuigers heen en weer beweegt. Dergelijke pistonfoon genereert typisch een geluid
van 250 Hz, 124 dB. De frequentie van 250 Hz wordt bepaald door de beperking van de
snelheid waarme de zuiger op en neer bewogen kan worden

De kalibratie gebeurt door het koppelstuk van de pistonfoon over de microfoon te
plaatsen en het toestel aan te schakelen.
Door kalibratie van het meetsysteem worden afwijkingen intern gecorrigeerd. De interne
correctie dient steeds lager te zijn dan 1 dB. Op de onderstaande foto ziet U de display
van het meettoestel tijdens de kalibratie. Rechts ziet U het geregistreerde niveau, zijnde
123.8 dB, links ziet U de correctie (gain adjustment = 0.2 dB) die zal toegepast worden om
een correcte meting uit te voeren.

Een elektrisch gestuurde oscillator stuurt een piezoelektrisch element dat een membraan
doet bewegen. De geluidsdruk die hierdoor ontstaat bedraagt 94 +/- 0.3 dB. De
resonantiefrequentie bedraagt typisch 1000 Hz.
© INTEC, Universiteit Gent