 |
Voor dit tweede deel van ISO 9613 zijn de volgende definities en deze
gegeven in ISO 1996-1 van toepassing.
|
|
de waarde van het A-gewogen geluidniveau van een continu geluid, dat in een bepaald
tijdsinterval T [t1,t2], dezelfde geluidenergie zou veroorzaken als
het werkelijk gemeten geluiddrukniveau in het tijdsinterval T.
=10log%5Cleft({%5Cfrac{1}{(t_2-t_1)}}%5Cint_{t_1}^{t_2}%5Cfrac{p^2_{A}(t)}{p^2_{0}}dt%5Cright),dB)
met
 | p0 de referentie geluiddruk (20 mPa
= 20.10-5 Pa)
|
 | pA(t) het ogenblikkelijke A-gewogen geluiddrukniveau van het
signaal
|
Dit equivalent continu A-gewogen geluidniveau bij belastende situatie kan
gemeten worden met een integrerende-uitmiddelende geluidniveaumeter (IEC 804).
Het tijdsinterval moet voldoen aan de voorwaarden gesteld in ISO 1996-2: 5.4.3.3 Het zal lang genoeg zijn om de effecten van
verandering van windsnelheid en -richting uit te middelen. Praktisch betekent dit dat T
varieert tussen 10 minuten en 1 uur. Vlarem II specifieert dat in Vlarem een meetduur ca 1
uur gekozen wordt.
2. Gemiddeld belastend geluiddrukniveau (in decibel)
een kortere benaming voor LAeq,T(belastend) zoals gedefiniëerd
in 1.
3. Gemiddeld belastend octaaf-band geluiddrukniveau (in decibel), Lbelastend
een octaaf-band component van LAeq,T(belastend) (zie 1.
) zonder A-weging
4. Lange-periode-gemiddeld geluiddrukniveau (in decibel), LAeq,LT
het equivalent continu A-gewogen geluiddrukniveau voor een periode T die
lang genoeg is om een van gemiddelde weersituatie te kunnen spreken, meestal een maand of
een jaar.
|
|
5. Sommeren van geluiddrukniveaus
Verschillende bijdragen Li aan het totale geluiddrukniveau
worden als volgt opgeteld:
)
|
|
6. Insertieverlies van een scherm
het verschil tussen de geluiddrukniveaus gemeten ter hoogte van de ontvanger op een
bepaalde positie onder twee omstandigheden:
- met het scherm aanwezig
- met het scherm verwijderd
en verder geen significante wijzigingen.
7. Definities van de geometrische grootheden gebruikt in deze standaard
Grootheid
|
Definitie
|
d |
afstand van bron tot de ontvanger (in meter) (zie figuur 3) |
dp |
afstand van bron tot de ontvanger geprojecteerd op het
grondvlak (in meter) (zie figuur 1 en figuur 3) |
hb |
hoogte van de bron (in meter) (zie figuur 1) |
ho |
hoogte van de ontvanger (in meter) (zie figuur 1) |
hm |
gemiddelde hoogte van het pad van de voortplanting boven de
grond (in meter) (zie figuur 3) |
db,h |
afstand tussen bron en het reflectiepunt op een reflecterende
hindernis (in meter) (zie figuur 4) |
dh,o |
afstand tussen het reflectiepunt op een reflecterende
hindernis en de ontvanger (in meter)
(zie figuur 4) |
ar |
de grootte van het reflecterend oppervlak (in meter²) (zie figuur 4) |
dbh |
afstand van de bron tot de (eerste) diffractierand (in meter)
(zie figuur 7, figuur 8) |
dho |
afstand van de (tweede) diffractierand tot de ontvanger (in
meter) (zie figuur 7, figuur 8) |
e |
afstand tussen de eerste en tweede diffractierand (zie figuur 8) |
© INTEC, Universiteit Gent |
|