Stel: het geluid van een bron propageert door een brede buis en komt
uiteindelijk in de omgeving terecht. Voor de eenvoud veronderstellen we dat de bron een
zuivere toon genereert met frequentie 100 Hz. We veronderstellen dat de buis oneindig lang
is zodat geen rekening gehouden moet worden met alles wat zich eventueel stroomopwaarts of
stroomafwaarts van het hieronder getoonde gedeelte ligt. |
 |
Je neemt nu een luidspreker en plaatst die in de zijwand van de buis. Je
stuurt een sinusoidaal signaal naar de luidspreker zodat het opgewekte geluid precies
gelijk is aan het originele geluid ter hoogte van de luidspreker op het teken na.
Hieronder zie je wat er gebeurt.
De actieve geluidcontrole werkt niet goed in vergelijking met de smallere buis. Na de secundaire bron is nog steeds veel
geluid waar te nemen. De reden hiervoor is dat de afmetingen van de buis zodanig zijn dat
twee verschillende modes in de buis kunnen propageren. Met andere woorden de frequentie
van het geluid ligt boven de afsnijfrequentie van de tweede orde mode. Beide modes hebben
een eigen, onafhankelijke amplitude A00 en A10 en hebben een ander
verloop in de x en y-richting. Met 1 luidspreker is het mogelijk de
totale geluiddruk op een plaats x0, y0, z0
tot nul te herleiden, maar dit betekent nog niet dat de druk overal nul zal zijn na de
secundaire bron. |