Directiviteit in een anechoïsche halfruimte

Home ] Hoger ]

 

Indien we de directiviteit van een geluidbron bepalen in een anechoïsche halfruimte, beschouwen we het hard oppervlak (waarop de geluidbron geplaatst is) als deeluitmakend van de geluidbron. T.o.v. een volledig anechoïsche ruimte :

is de geluidintensiteit in de anechoïsche halfruimte door de reflectie van de geluidgolven dubbel zo groot ;
is de directiviteitsfactor Q dus ook dubbel zo groot ;
verhoogt de directiviteitsindex DI = 10 log Q dan met 10 log 2 = 3 dB.

De directiviteitsindex DI in een gegeven richting q is als volgt :

DI=10\,\log{Q}=L_{p_{\theta}}-L_{p_m}+3\qquad\mbox{(uitgedrukt in [dB])}

Het ruimtelijk gemiddelde effectieve geluiddrukniveau Lpm wordt hier bepaald door het meten van de geluiddrukniveaus in n meetpunten op een half boloppervlak. T.o.v. de bepaling van DI in een volledig anechoïsche ruimte, nemen hier zowel Lpq als Lpm toe met 3 dB. Het verschil tussen beide blijft gelijk. Dat verklaart de + 3 dB in bovenstaande formule voor DI in een anechoïsche halfruimte.

Meer info Een internationale norm ter zake bestaat (norm : ISO 3745-1977).

 

© WERK, Vrije Universiteit Brussel
 

Vorige Home

logo_vub.gif (4569 bytes) auteur : Guy Bladt not reviewed gewijzigd op 21/03/00