Methode van Zwicker

Home ] Hoger ]

De methode van Zwicker voor de bepaling van luidheid van breedbandgeluid houdt met meer fysiologische eigenschappen van het menselijk oor rekening dan de andere methodes.
We kunnen het slakkenhuis of cochlea van het binnenoor met bijhorende zenuwnet beschouwen als een reeks van overlappende banddoorlaatfilters. Deze filters hebben hellingen boven en onder de doorlaatband die niet zo scherp zijn. Hun bandbreedte is een functie van de frequentie. We noemen deze frequentiebanden de kritische banden. Als 2 zuivere tonen samenvallen in 1 kritische band, is de luidheid kleiner dan wanneer ze in verschillende kritische banden vallen : in het laatste geval worden immers 2 zenuwen geëxciteerd.
Meer info

Een totaal van 24 kritische banden zijn gedefiniëerd, genummerd van 1 tot 24 Bark, en waarvan de middenfrequenties gaan van 50 Hz tot 13500 Hz.

De eenheid Bark is afgeleid van Barkhausen, die de foon intoduceerde. Een kritische band komt overeen met een lengte van 1.3 mm op het basilair membraan van het slakkenhuis. De totale lengte van het basilair membraan is 32 mm, zodat we aan het totaal van 24 kritische banden komen.

Een zuivere toon met een grotere luidheid maskeert een zuivere toon met een kleinere luidheid, indien het verschil in luidheid groot genoeg is en indien beide frequenties dicht genoeg bij elkaar liggen : dat noemen we frequentie-maskering.
Een geluid kan zelfs gemaskeerd worden door een ander geluid dat een fractie van een seconde voor of na dat gemaskeerde geluid optreedt : dat noemen we tijd-maskering.
Meer info Kritische banden en maskeren spelen een belangrijke rol bij de geluidgewaarwording door de mens.
Meer uitleg Rekening houdend met de hierboven beschreven fysiologische eigenschappen van het menselijk oor, heeft Zwicker een berekeningswijze voor de luidheid van breedbandgeluid voorgesteld.

 

© WERK, Vrije Universiteit Brussel

 

Vorige Home

logo_vub.gif (4569 bytes) auteur : Guy Bladt not reviewed gewijzigd op 21/09/00